Mijke Schoonmade – van Leeuwen, leerkracht op POL De Bosrand in Wageningen
“Mijn hart wordt geraakt als we afscheid moeten nemen”
Ik word iedere dag blij van mijn werk op een AZC school. Het is bijzonder te zien hoe snel kinderen in een korte tijd leren. Kinderen die in het Griekse vluchtelingenkamp geen onderwijs konden volgen, maar dan toch ‘ineens’ de tafel van 5 vloeiend opzeggen. Dan ben ik extra trots. Ik ben ervan overtuigd dat ieder kind wil leren. Een belangrijke factor is veiligheid en het kind echt zien. Hoe je hem of haar kunt benaderen (of juist even niet). Het gaat om een positieve benadering van de leerkracht en ouders.
Wat ik ook mooi vind, is dat veel kinderen vastberaden zijn in wat zij later willen worden. Die sterke overtuiging maakt me blij. Daar werken ze hard voor en natuurlijk is het het allermooiste als ik later hoor dat het gelukt is!
Mijn hart wordt het meest geraakt als we afscheid nemen van kinderen. Als mens, moeder en leerkracht wil je graag stabiliteit en veiligheid bieden, juist ook aan vluchtelingenkinderen. Uitspraken over vriendschappen waarbij ze aangeven geen nieuwe vrienden te maken, omdat ze toch weer weg moeten. Of geen vakantie willen, omdat ze het zo naar hun zin hebben op school… Deze kinderen maken veel mee en dat zou ik graag anders zien. Maar de structuur, vertrouwde omgeving en invulling van de dag is belangrijk. Gelukkig zijn er steeds meer initiatieven vanuit diverse organisaties die activiteiten organiseren in de vakanties.
Wanneer het (even) niet zo lekker loopt, dan ga ik in gesprek met het kind. Zo nodig ook met de ouders, vorige school en/of het COA. Er is een korte lijn tussen ons als school, het COA en de contactpersoon van Buurtgezinnen. Helaas zorgen de vele verhuizingen ervoor dat alles wat we met elkaar doen maar van korte duur is, dit draagt niet bij aan het zelfvertrouwen van het kind. Daarom zetten we ons ervoor in dat kinderen langer in hetzelfde AZC kunnen blijven.
Bert Wiesenekker – leerkracht op CBS Het Kompas in Kesteren
“Door te praten vertellen kinderen meer over thuis”
Er mogen zijn en persoonlijke aandacht is enorm belangrijk voor kinderen. Al meer dan 14 jaar ben ik oprecht geïnteresseerd in de kinderen in mijn klas. Door met ze te praten, leer ik ze kennen en ontstaat er een vertrouwensband. Deze goede band met elke leerling is belangrijk. Niet alleen tijdens de schooldag, maar ook na schooltijd. Kinderen vertellen zo meer over thuis en ouders merken dat ze met plezier naar school gaan.
Buurtgezinnen zet zich op dit moment ook in voor leerlingen bij ons op school. Zo gaat een leerling om de week op vrijdagmiddag naar een buurtgezin. Daar kan dit kind lekker in de buitenlucht meehelpen met allerlei klussen en aan het einde nog mee-eten ook! De leerling geniet hier heel erg van en ook het thuisfront vindt deze extra aandacht en hulp fijn.
Het werk van Buurtgezinnen vind ik heel belangrijk en waardevol. De steungezinnen helpen andere gezinnen en geven kinderen een mooie plek om op een andere manier zichzelf te kunnen zijn.
Sjanine Hol – leerkracht op de Hervormde School Opheusden
“Samen tekenen we wat wel of niet fijn is thuis”
Het kwetsbare in het werk raakt mij. Het werken met kinderen is iets wat in mijn ogen bijna fragiel is. Het is zo fundamenteel wat we als leerkracht doen of niet doen. Een knipoog, een blijk van medeleven, of bepaalde woorden die je wel of niet uitspreekt. Het kan jaren later nog van belang zijn wat ik nu zeg of doe. Verbinding maken met een kind is essentieel, je speelt een belangrijke rol in hun leven. Omdat ik het geluk heb betrokken te zijn bij meerdere klassen, loop ik vaak langere tijd mee met een kind. Het mogen meelopen op hun levenspad, een kind zien groeien en ontwikkelen, dat maakt mij blij.
‘Ik zie jou’, dat is wat ik een kind wil laten merken. Maar, dit vind ik ook echt iets ingewikkelds. De dagen dat ik voor de klas sta, ben ik namelijk ook veel bezig met klassenmanagement. Ik voel me dan soms tekortschieten. Echter, ik probeer goed te observeren hoe de kinderen erbij zitten. Ik vroeg pas aan een meisje: ‘Zie ik het goed dat je moe bent?’ Ja, was het antwoord. Daar konden we vervolgens weer over doorpraten. Soms neem ik een kind apart en praten we erover. Een ander laat ik een extra klusje doen waarvan ik weet dat hij of zij dat leuk vindt. Ik vind het ook fijn om hierin beeldend te werken. Teken eens wat je wel of niet fijn vindt thuis. Ik probeer erachter te komen wat het kind nodig heeft en vraag toestemming om te overleggen met een collega over wat we het beste kunnen doen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat ik ouders de tip geef om zich aan te melden bij Buurtgezinnen.
Ik vang zelf twee kinderen op via Buurtgezinnen. Dit vind ik een mooie aanvulling op mijn werk. Ik kan dan op een heel andere manier ouder(s) ondersteunen. Ik vind het een ontzettend goed initiatief waar heel veel gezinnen iets aan kunnen hebben. Zowel aan de vragende als aan de steunende kant. Ik zie het als een laagdrempelige manier om steun te kunnen bieden. En ik hoop dat het voor vragende gezinnen ook (steeds meer) als laagdrempelig wordt ervaren om te vragen om hulp. We leven in een maatschappij die heel individualistisch is ingesteld denk ik, maar we mogen het samen doen!