Laura en Cor zijn in de 30 en hebben vier kinderen van 8, 6, 4 en 1. Ze zijn bijna een jaar gekoppeld aan een jong gezin met een baby. De steun is uitgegroeid van een uurtje oppassen, naar drie vaste dagen in de week dat baby Roos komt ‘spelen’.

Hoe verliep de koppeling in het begin?
‘Toen ik kennismaakte met kersverse moeder Priscilla was ze dag en nacht bezig met de drie maanden oude Roos. Haar vrienden en familie wonen ver weg. We hebben eerst veel koffie gedronken samen! Zodat er langzaamaan een band kon ontstaan.’

Wat vond je het meest spannend?
‘Toen Roos tien maanden was, begon ik me meer zorgen te maken. Ze had geen dag en nachtritme, geen eigen bedje en kon niet slapen zonder Priscilla. Roos legde nooit haar hoofdje neer. Alleen als ze doodmoe was. Ze had niets met knuffelen, leek een soort afwezig, als ze op mijn schoot zat. Toen Priscilla me vertelde dat Roos met een keizersnee was geboren, vanwege haar eigen trauma, vroeg ik haar of ze dat haar dochtertje wel eens verteld had. Toen ze daarover vertelde, begon Roos hartverscheurend en ontroostbaar te huilen. Ik kreeg het gevoel dat Roos en Priscilla dit nog niet verwerkt hadden en dat daardoor de hechting tussen beiden moeizamer verliep. Er was zoveel aan de hand dat ik me een halve hulpverlener begon te voelen. Toen heb ik Monique, de coördinator, gebeld. Zij heeft gezorgd dat er professionele hulp kwam voor Priscilla bij de opvoeding, waardoor ik mijn vriendschappelijke band met haar kon behouden en me kon richten op Roos.’

Wat heeft je het meest geraakt?
‘Dat Priscilla mij het vertrouwen gaf en dat Roos haar achterstand in ontwikkeling begint in te halen. Riley, mijn dochtertje, is drie maanden ouder en samen hebben ze veel plezier met kiekeboe spelen. Maar als Riley haar dutje doet, dan zoekt Roos me op, kruipt op schoot, valt in slaap of zoekt mijn aandacht. Ik praat met haar, over wat ik zie en wat ik doe, en raak haar aan. Niets bijzonders, de gewone dingen. Maar als ze lacht en haar armpjes naar me uitstrekt, dan maakt mijn hart een sprongetje! Ze voelt zich veilig en geborgen.’