Joost en Larissa wonen in West Maas Waal, zijn in de 50 en hebben drie volwassen kinderen die (deels) thuis wonen. Ze zijn ruim een half jaar gekoppeld aan een Afrikaans gezin, met moeder en vijf kinderen (13, 10, 7, 5 en een pasgeboren baby). Op woensdagmiddag staat haar deur open voor de kinderen.

Hoe is het allemaal zo gekomen?

‘Tijdens onze vakantie in Indonesië ervoeren wij letterlijk hoe het is om de enige blanken te zijn en de taal niet te spreken. Daarom wilde ik graag aan een vluchtelingengezin gekoppeld worden. Zelf iets doen om dat enorme cultuurverschil te overbruggen. Het begon met het opvangen van Joshua (7 jaar), maar al snel  kwamen soms zijn zusjes mee.’

Wat vond je het meest spannend?

‘Je moet door de zure appel heen van elkaar helemaal niet kennen. We zijn een bevoorrecht gezin, wonen op een boerderij met een grote tuin, trampoline en bubbelbad. Dat verschil in materie kan overweldigend zijn.

De kinderen voelen zich nu vrij en veilig. De jongste vliegt om mijn nek als ik langs kom. Om de beurt zitten ze bij Joost op schoot om de grote zitgrasmaaier te besturen. Het contact met de moeder is nog zoeken. Ze bleek zwanger toen we elkaar leerden kennen. Ze is erg in zichzelf gekeerd. Als we elkaar zien zit ze veel op haar mobiel. Je weet niet waardoor het komt. Maar na de bevalling veranderde er wel iets. Ze is nu vrolijker.’

Wat vond je een mooie ervaring?

‘Deze zomer klikte het enorm tussen ons logeetje Luna (9) en Rana van 10. Vorige week stelde ik voor aan Rana om Luna een kaart te sturen. Het hele idee van post was haar totaal vreemd. Dus we maakten samen een kaart waar ze op schreef: “We hebben zo leuk gespeeld. Zullen we nog eens afspreken?” Vervolgens het adresseren en hem samen naar de brievenbus brengen. Prachtig om haar spelenderwijs iets te leren. Om die mogelijkheid te zien en daarop in te haken.’