Amsterdam – door Aretha Gijsbertha
Vanmorgen viel ik met mijn neus in de boter. Of beter gezegd: in de appeltaart! Die was door de dochters (8 en 11 jaar oud) van het steun- en vraaggezin samen gebakken. Zonder enige hulp van de volwassenen. Lekker hoor!
Ik was er voor een evaluatiegesprek en de vraagmoeder vertelde me hoe fijn het is, dat dit gezin haar ondersteunt en dat zij haar dochter met een gerust hart bij hen achterlaat. Elke week mag haar kind bij dit gezin komen spelen en dan komt zij haar na het eten weer ophalen. Dat geeft de moeder echt even een middagje vrij van het altijd maar verantwoordelijk zijn. En dat had zij echt nodig.
Het steungezin vertelde dat het in het begin even zoeken was naar wat je dan van je eigen dochter verwacht. En hoe je er snel voor kunt zorgen dat een kind – dat jullie nog helemaal niet goed kent en dat je zelf nog moet leren kennen – zich thuis gaat voelen. Gelukkig is dat al best gelukt!
Er zullen nog best momentjes zijn dat de dochters van beide gezinnen er nét op die dag niet zo’n zin in hebben. Maar deze steunouders hebben telkens leuke plannetjes (appeltaart bakken bijvoorbeeld. Of een leuk spel doen, slijm maken of naar de speeltuin) dat de meisjes dat gevoel vergeten en het dan weer hartstikke leuk hebben samen.