Een week bij Buurtgezinnen

Maandagochtend
De kinderen zijn naar school. Tijd voor een kop koffie. Ik check mijn mailbox op nieuwe aanmeldingen. Gisteren heb ik een nieuw zoekprofiel geplaatst op Instagram en Facebook en ik ben benieuwd of er al reacties zijn. Vorige week maakte ik kennis met dit vraaggezin. De moeder is alleenstaand en zit in een behandeltraject tegen angst. Haar situatie gaat me aan het hart. Hoe fijn zou het zijn als ze een steungezin in de buurt heeft, waar haar dochtertje van twee regelmatig terecht kan. Het zou haar echt verlichting bieden. Hopelijk spreekt het zoekprofiel mensen aan. Mijn collega uit het redactieteam bedacht nog een aansprekende titel.

Blij! Er zijn al twee aanmeldingen van potentiële steungezinnen binnen. Ik bel ze gelijk om een afspraak te maken voor een kennismakingsgesprek. Het eerste telefoontje is met een seniorenstel. Ze hebben al kleinkinderen, maar die wonen ver weg. Dit lijkt wel wat. In het tweede telefoongesprek moet ik aan een ander gezin denken, waarvoor ik op zoek ben naar een steungezin. Met een beetje geluk heb ik twee mooie matches.

Tijd voor de was en boodschappen. Even geen Buurtgezinnen.

Woensdagmiddag
Ik reis af naar Groenekan voor een workshop van de Buurtgezinnen- academie. Wat is het toch fijn om collega’s te spreken. Ik leer veel van de situaties die andere collega’s inbrengen. We lopen tegen dezelfde dingen aan.

In de pauze spreek ik mijn regiocoördinator. We sparren over een gezin, waar ik me zorgen over maak. Ik denk dat er meer nodig is dan een steungezin. Ik bespreek met mijn collega hoe ik deze ouders die erg zorgmijdend zijn, succesvol kan verwijzen naar het jeugdteam.
We besluiten het tussentijdse evaluatiegesprek met de gezinnen iets te vervroegen. Ik vermoed dat de steunmoeder wel een goede rol kan vervullen in dit gesprek, omdat de vraagmoeder veel vertrouwen in haar heeft.

Ik ben precies op tijd thuis voor het eten dat manlief heeft klaargemaakt. De kinderen zitten al fris gewassen in hun pyjama’s. Ik kan zo aanschuiven. Dat er nauwelijks groente is, neem ik maar even voor lief. Je kunt niet alles hebben…

Donderdagavond
Als de kinderen in bed liggen, stap ik op de fiets voor een tussentijds evaluatiegesprek een dorp verder op. Ik ben blij met mijn e-bike, want het waait harder dan ik dacht. Het steungezin, waar de afspraak is, heb ik een half jaar geleden ontmoet op de Lentemarkt. Dit is een jaarlijks evenement waar ik altijd sta met een Buurtgezinnen-stand. Ze zijn gekoppeld aan een vraaggezin met een ernstig zieke vader.

Hun zoontje van vijf, een behoorlijke stuiterbal, gaat één middag per week naar het steungezin. Ik ben benieuwd hoe het daar met hem gaat. Bij binnenkomst hoor ik het direct: de steunouders genieten van het mannetje! Het jongetje is volledig opgenomen in hun gezinsleven. Zijn ouders zijn heel blij met de steun. Ze hebben meer tijd voor elkaar en de oudere kinderen. Hun gezin is meer in balans gekomen. Beide gezinnen tekenen graag bij voor weer een half jaar. Ik stap na een uurtje heel tevreden op mijn fiets. Thuis werk ik direct de database bij.

Zin in morgen. Dan staat er intervisie met het regioteam op de agenda. Dit is eens per kwartaal. Bij Buurtgezinnen werk je heel zelfstandig en dat kan wel eens eenzaam voelen. Ik verheug me erop mijn collega’s uit de regio weer te zien.